Dierproeven

Als NCFS zetten we in op dierproefvrij-onderzoek en een toekomst zonder dierproeven. Daarom financieren we al jaren onderzoek met menselijke organoïden. Ook zijn we consortiumpartner en medefinancier van het Centrum voor Proefdiervrije Biomedische Translatie (CPBT).

Bewijs leveren voor dierproefvrij-onderzoek

Toch is het nog niet altijd mogelijk om onderzoek naar taaislijmziekte (CF, cystic fibrosis) te doen zonder proefdieren. Dit komt bijvoorbeeld door wettelijke verplichtingen rondom de veiligheid van een nieuw medicijn. Ook speelt het type onderzoek of de fase van het onderzoek hierin mee. Uiteraard staat dan de veiligheid van de patiënt voorop. Maar in zulke situaties zijn we ook kritisch: hoe zetten we dierproeven in en hoe dragen we bij aan een toekomst zonder dierproeven? 

Als dierproeven toch nodig zijn, dan gaan we het gesprek aan met de onderzoekers. We vragen hen om een alternatief, dierproefvrij model mee te nemen. Zo zorgen we dat het aantal dieren in dat betreffende onderzoek wordt verminderd. En genereren we meer bewijs voor dierproefvrije modellen. Zo dragen we continu bij aan de transitie naar onderzoek met menselijke organoïden en andere dierproefvrije modellen. Zodat uiteindelijk nooit meer een dier voor onderzoek wordt ingezet.

Kritisch op onderzoek met dierproeven

Als het niet mogelijk is om volledig dierproefvrij-onderzoek te doen, kijken we kritisch naar onderzoeken met dierproeven. Alle onderzoeken met dierproeven moeten voldoen aan de drie V’s:  

1. Vervanging dierproeven  

Dieren worden alleen ingezet wanneer er geen alternatief is. Bestaat de mogelijkheid om menselijk weefsel te gebruiken, zoals organoïden? Dan worden er geen dieren ingezet.  

2. Vermindering dierproeven  

Is het noodzakelijk om dieren te gebruiken? Dan worden zo min mogelijk dieren ingezet. Onderzoekers maken dan bijvoorbeeld gebruik van gegevens uit eerdere onderzoeken.  

3. Verfijnen dierproeven 

Worden dieren ingezet? Dan wordt het ongemak bij de dieren zo veel mogelijk verminderd. Bijvoorbeeld door: goede huisvesting, de juiste voeding en pijnbestrijding.