Zoete wellust
17/12/2025
Door Arian Visser
‘Nee, is niet mogelijk’, schrijft Bakkerij Vreman bondig. Ik zoek gehaast verder via Google en sociale media. Ik schrijf de bakker in Odijk en natuurlijk de groten der aarde: Jamin en meesterbakker Robèrt van Beckhoven. De laatsten nemen niet de moeite om te antwoorden. Ik ben ten einde raad wanneer ik plots op Marktplaats een wat rudimentaire advertentie zie staan. Ik aarzel geen moment en stuur een bericht waarin ik jolig appeleer aan onze gezamenlijke achternaam. Met vrolijkheid kom je verder, is mijn ervaring. Al snel krijg ik antwoord. Ed is bakker geweest en maakt ze nog als hobby. Ik moet wel vooruitbetalen, maar die gok neem ik. Dit is immers een noodgeval.
Trots
Kortgeleden zag ik een documentaire over iemand met diabetes. De dame in kwestie vond het moeilijk: dieet, eettijden, insuline, nachtelijke hypo’s, enzovoorts. Dat diabetes er niet om liegt, werd aan het eind onderstreept met een indrukwekkende lijst van mogelijke langetermijncomplicaties. Ik bedacht me dat mensen met CF, naast hun andere feestaandoeningen, diabetes er doorgaans ‘gewoon nog even’ bijdoen. Ik werd daar een beetje trots van.
Zelf ben ik gebruiker sinds 2020. Mijn alvleesklier begaf het vrij plotseling en ik mocht ‘aan de insuline’. Ik besefte niet dat ik daar zelf weliswaar de schouders over kon ophalen, maar dat ik vanaf dat moment door talrijke diabetesdiensten op de voet gevolgd zou worden.
Dat begon met de diabetesverpleegkundige, in mijn ervaring niet de meest opgewekte zorgverlener. Laat ik het zo zeggen, de module ‘complimenten geven’ zal niet de kern van de opleiding zijn geweest. Alles staat in het teken van protocollen, vinkjeslijsten en dat wat beter kan. Bij de meeste poliklinieken waarvan ik lid ben, heb ik er altijd wel schik in. Ik kan er mijn verhaal doen, word vriendelijk beluisterd én in volledige interactie kijken we samen hoe we verder gaan, terwijl we een neut drinken op mijn 57-jarige leeftijd tegen alle verwachtingen in. Bij het diabetessyndicaat gaat dat anders. Het is ook de enige poli waar ik na de jaarcontrole steevast met een schuldgevoel de tent verlaat. Spuiten en slikken moeten altijd weer beter. Dat mijn HbA1c keurig op de 35 zit (een maat voor de gemiddelde bloedsuikerspiegel in de laatste maanden – boven de 42 wordt als verhoogd gezien) doet niet ter zake. Een beetje zoals bij de mondhygiëniste: hoe goed ik ook poets, er valt altijd iets over mijn kanis te emmeren.
Hypostress
Tegenwoordig knal ik van de zenuwen ook meteen een hypo in wanneer ik mijn mailbox opentrek. Sinds een poosje tref ik daarin allerlei verontrustende nieuwsfeiten en uitnodigingen voor webinars van de fabrikant van mijn sensor (hoe komt die aan mijn mailadres?) en de leverancier van mijn naaldjes (dito). De naaldenboer drukt het meest effectief op de knop ‘angst en stress’. Zo wreef hij me onder de neus dat maar liefst 42 factoren mijn bloedglucose beïnvloeden. Wat? De sensorfabrikant liet zich vervolgens niet onbetuigd met het nieuwtje dat 33 tot 50 procent van de mensen met diabetes stress ervaart tijdens hun behandeling. Vind je het gek?
En zo gaat dat door. Gisteren belde de diabetesarts op om – een week na de jaarcontrole bij zijn verpleegkundige – het hele spel vanuit zijn perspectief nog even dunnetjes over te doen. En vandaag stopte de NFC-scanner van mijn smartphone er ineens mee. Daarmee scan ik de bloedsuikersensor in mijn bovenarm, wat nu dus niet lukt. Met de standaard reader van de fabrikant lukte het vervolgens ook niet, omdat die het klaarblijkelijk niet pikt dat de sensor al door mijn smartphone werd gelezen. Ik móést en zou een nieuwe sensor prikken. Help.
Anderhalve kilo gelukzaligheid
De deurbel gaat. Ik neem een slordig ingepakte doos aan en ja hoor: daar zitten ze in! Het is amper twee dagen geleden dat ik Ed van Marktplaats enkele tientjes overmaakte en ik aarzel geen seconde meer. Wellustig stop ik er één in mijn mond. Het smaakt fantastisch en smelt precies goed op mijn tong. Voor even ben ik gelukkig. Vanuit de doos kijken nog heel veel andere suikerbeestjes me aan.
Aan de diabetesclub vertelde ik niets over mijn suikerbeestjesverslaving. Die begon vijftig jaar geleden, toen ik veroordeeld was tot het vetvrije dieet. Om die reden kreeg ik van Sinterklaas geen chocoladeletter, maar een suikerbeest. Mijn buitensporige gesteldheid op het mierenzoete spul eindigde nooit meer. Dankzij Ed verorber ik ook deze decembermaand weer ruim anderhalve kilo suikerbeesten. Maar dat schrijf ik hier natuurlijk niet op. De diabetespaparazzi zitten overal. En anders wel mijn mondhygiëniste.
Steun mensen met taaislijmziekte
CF is nog altijd een ziekte die niet te genezen is. Om dit te veranderen, is nog veel onderzoek nodig. Wij zetten ons in voor een langer en beter leven met CF. Geef jij ook om taaislijmziekte?
Doneren »