Ik ga op vakantie en smokkel mee…
28/05/2025
Door Arian Visser
Afgelopen april reisde ik voor drie nachten naar Napels. De kretologie live fast, travel light is daarbij op z’n zachtst gezegd onhaalbaar. Sterker nog, het aantal kilo’s aan medicatie en aanverwante meuk dat ik meesleep wordt alleen maar groter, net als de voorbereidingen die aan welk reisje dan ook voorafgaan. Een nachtje logeren bij tante Jet in het Overijsselse Rectum (zoek maar op) is nog tot daaraan toe, maar een tripje naar het buitenland vraagt ronduit om plansoftware en een productiemanager. De laatste jaren zien ze me bij de douane liever gaan dan komen, met al mijn sherpa’s, lastezels en – vooral – de formidabele papierwinkel die ik tegenwoordig met bepaalde medicijnen moet meenemen.
Dat laatste hangt wel af van mijn bestemming. Ga ik binnen de Europese Unie (EU) op pad, zoals recentelijk naar Napels, dan opent Schiphol meteen een extra douanehal vanwege de enorme formulierendiarree die ik dankzij overheidsregulering nodig heb en waarvoor al gauw een oerbos per reis wordt omgehakt. Terwijl een move naar Engeland paradoxaal genoeg volkomen geruisloos aan Neerlands burelen voorbijgaat. Dat licht ik even toe.
Preventiebeleid
Mijn eerste buitenlandreis was samen met een vliegtuig vol jongeren en gezinnen met CF, georganiseerd door de illustere Stichting Vakantie Project (SVP). Een onbezorgde vakantie. Van de voorbereidingen en de doortocht bij de douane herinner ik me niets. Terwijl ik ook toen al het nodige aan medische noden met me mee moet hebben getorst, inclusief een sprayapparaat anno 1989 met de proporties van een oceaanstomer.
Van mijn weekje Corfu kort daarop herinner ik me daarentegen nog elk detail. Maar dat had weinig met mijn bagage of voorbereidingen te maken. Hoewel: ik ging samen met een vriendin op vakantie en onze stemming was opperbest, om niet te zeggen bovenmatig dartel. Eenmaal aangekomen in onze huurhut kreeg ik echter een flinke longbloeding, die het krolse klimaat toch wat onder druk zette. Uiteindelijk stopte de bloeding gelukkig, en in dagen die volgden was ik blij met de tranexaminezuurtabletten – om bloedingen te verminderen – die ik uit voorzorg in mijn bagage had gestopt. Een kleine daad van vooruitziendheid die mijn reisleven nadien voorgoed zou tekenen.

Gran CanArian anno 1985
De betere vakantievoorbereidingen doorliep ik in 1992, voorafgaand aan een reis naar de Verenigde Staten (VS). Ik besloot de hele santenkraam aan medische goederen in mijn handbagage te proppen en eenzelfde hoeveelheid in het ruim te stoeien. Zekerheid boven alles. Het bijtijds binnenkrijgen van de dubbele hoeveelheden kostte wat tijd, evenals het regelen van extra zuurstof tijdens de vlucht. Bij de douane vond een eenvoudige controle plaats zoals die tot de aanslagen in New York gebruikelijk was.
Opiumsmokkel
Anno nu word ik overeind gehouden dankzij 25 vaste en vloeibare, deels gekoelde medicamenten, alsook talrijke hulpmiddelen. Elke verplaatsing begint echter opvallend genoeg niet langer bij de apotheek, maar met het raadplegen van de geldende wet- en regelgeving. Het vreemde is dat reizen binnen de zogenaamde Schengenlanden – volgens de EU toch ‘het grootste binnengrensvrije gebied ter wereld’ – een enorme bureaucratische impact heeft. Zo ontdekte ik een poosje terug dat enkele pillen onder de zogeheten Opiumwet vallen. Dat klinkt als de betere smokkelwaar, maar zelfs mijn vertrouwde inslapertje temazepam staat trots op de betreffende lijsten. Samen met nog een heleboel andere ‘pammetjes’ en bijvoorbeeld middelen tegen ADHD.
Napels in avondrood
Sindsdien start elke lullige trip al maanden van tevoren op de website van CAK. Binnen Schengen word ik geacht per ‘opiumproduct’ een doorwrocht formulier te doorworstelen waarop geen detail ontbreekt. In mijn hoogtijdagen mocht ik met maar liefst zes invuloefeningen aan de slag. Ik stuur de ingevulde bende naar mijn arts, die het ondertekent en terugstuurt, waarna ik het weer doorstuur naar het CAK. Daar vindt autorisatie plaats en wordt vervolgens gulhartig gestempeld, waarna de formulierendrek terug naar mij kleddert, zodat ik het uiteindelijk kan printen. Die hele kermis moet elke reis weer opnieuw worden opgezet. Voeg daar het advies aan toe om alle dope in originele verpakking en met bijsluiters mee te nemen en je begrijpt: ik houd niet alleen het CAK en de douane, maar ook de papierindustrie eigenhandig draaiende.
Nee, dan liever naar Engeland. Weliswaar buiten ons ‘binnengrensvrije gebied’, maar ik kan volgens hetzelfde CAK wonderlijk genoeg volstaan met slechts één letter of proof van mijn arts met daarop domweg een lijstje van de relevante medicatie. Klaar. Eén keer raden waar wij deze zomer naartoe gaan?
Steun mensen met taaislijmziekte
CF is nog altijd een ziekte die niet te genezen is. Om dit te veranderen, is nog veel onderzoek nodig. Wij zetten ons in voor een langer en beter leven met CF. Geef jij ook om taaislijmziekte?
Doneren »