Stilstaan
23/11/2022
Door Merav Pront
Dit weekend was ik een dagje wandelen in de Biesbosch met mijn vriend. De avond ervoor sliepen we in een bed and breakfast in Dordrecht, zodat we de volgende dag alleen nog de ov-fiets naar het pontje hoefden te nemen. Ik had er enorm naar uitgekeken om een dagje de stad uit te zijn, want ik had het ontzettend druk gehad met werk en een berg nieuwe deadlines alweer in het vooruitzicht. Even weg van huis was precies wat ik nodig had, dacht ik. Maar eenmaal aangekomen op Dordrecht Centraal sloeg de onrust toe nog voordat ik aan uitrusten toegekomen was.
We hadden de stad willen verkennen die dag – ‘nu we er toch zijn’ – maar ik was opeens zo moe dat ik niet wist of ik dat wel zou redden. ‘Misschien moet ik eerst even bijkomen in de hotelkamer’, had ik tegen mijn vriend gezegd. Ik had het koud en ik moest plassen, maar toen ik eenmaal opgewarmd en met een kop thee op onze kamer zat, voelde ik me nog precies even futloos als daarvoor. Het was alsof alle werkstress mijn lichaam had verlaten om plaats te maken voor iets nog veel ergers: hoge verwachtingen. Dit weekend zou heerlijk worden, had ik mezelf beloofd. Magisch zelfs. Maar nu zat ik als een oud vrouwtje in het keukentje van onze B&B een folder van de VVV van Dordrecht te lezen, terwijl mijn vriend onze kamer inspecteerde. ‘Sick, dit bed heeft een afstandsbediening,’ zei hij. We besloten naar buiten te gaan.
Van Dordrecht is me weinig bijgebleven. Ik herinner me een modelbouwwinkel die naar sigaretten rook en een kerstspeciaalzaak met BTW inflatiekorting op het hele assortiment. Er was een lange ijzeren brug die de Lange IJzeren Brug heet en er stond een gek vierkant kerkje aan het water. We zijn naar de H&M gegaan en hebben wat gegeten op de markt. ‘In ieder geval hebben we het weer mee’, zei ik, terwijl mijn vriend zijn saucijzenbroodje at. Voor het avondeten hebben we drie restaurants gebeld, en allemaal zaten ze vol. Toen mijn vriend zei dat hij een McDonalds had gezien in het centrum, moest ik huilen.
‘Sorry dat ik zo moeilijk ben dit weekend’, zei ik, toen we na onze respectievelijke Big Macs nog even langs het water liepen. Het was inmiddels donker geworden en de lichtjes in de huizen aan de overkant van de gracht maakten kabbelende glitters op het water. Het rare vierkante kerkje was nu alleen nog een statig verlichte klokkentoren. De wijzers stonden op negen uur. ‘Het lukt me even niet om het leuk te hebben vandaag, en dat vind ik stom van mezelf.’ Tot mijn eigen ergernis klonk er een snik in mijn stem terwijl ik het zei; ik huilde omdat ik moest huilen. Met mij verveel je je nooit. ‘Je bent niet moeilijk’, zei mijn vriend terug. ‘En je bent ook niet stom. Je moet gewoon niet zo veel nadenken. Zullen we naar de huisjes kijken?’
Toen hij die avond ons nachtlampje uitknipte had ik inmiddels geaccepteerd dat ik vandaag niet aan genieten toegekomen was. Morgen zou ik het opnieuw proberen, dacht ik bij mezelf. Ik voelde hoe mijn vriend zich naar me omdraaide in het donker. ‘Weet je wat mij opvalt?’ zei hij. ‘Misschien heb je het vandaag een beetje moeilijk gehad, maar eigenlijk gaat het heel goed met jou de laatste tijd. Over je gezondheid ben je al heel lang niet verdrietig geweest. Sta je daar wel eens bij stil?’
De volgende ochtend hebben we het pontje naar de Biesbosch genomen. Net als in Dordrecht vonden we het er een beetje saai. We hadden een bootje moeten huren, zeiden we nog tegen elkaar, dan was het misschien leuker geweest. Maar de zon scheen en we hebben gepraat en gelachen, en aan het einde van de dag merkte ik niet eens dat ik al uren gelopen had. In de trein terug naar huis heb ik naar buiten gekeken terwijl het langzaam donker werd. Vandaag heb ik helemaal nergens over nagedacht, realiseerde ik me toen. Het was bijna magisch.
Steun mensen met taaislijmziekte
CF is nog altijd een ziekte die niet te genezen is. Om dit te veranderen, is nog veel onderzoek nodig. Wij zetten ons in voor een langer en beter leven met CF. Geef jij ook om taaislijmziekte?
Doneren »