Reünie
16/02/2022
Door Merav Pront
Als kind hield ik van zwemmen. Ik was er goed in. Ik zat op een kleine zwemschool in Diemen samen met mijn beste vriendinnetje en de zwemlessen herinner ik me als een warm bad. Onze zwemleraar was aardig en grappig en het zwemmen ging mij gemakkelijk af. Er was niets dat ik niet durfde. Onderwater door het gat met je ogen open of duiken met al je kleren aan; ik voelde me alsof ik overal de beste in was, terwijl mijn ouders stonden te juichen aan de badrand. Op 16 juli 2000 haalde ik mijn zwemdiploma C. Ik was toen 7 jaar.
Mijn CF speelde geen rol bij de zwemles. Dat herinner ik me zo en ik geloof nog steeds dat dat klopt. Dat komt omdat CF überhaupt geen rol speelde in mijn leven als kind. Natuurlijk wist ik wel dat er iets anders aan mij was. Ik moest elke dag medicijnen gebruiken en werd weleens hoestend wakker, middenin de nacht, en ik begreep best dat dat niet voor mijn leeftijdsgenootjes gold. Maar dat dat kwam door een chronische en progressieve ziekte waar ik nooit van zou genezen, wist ik niet. Ik was een normaal kind met een normaal leven net als iedereen. En ik was super goed in zwemmen.
Jaren na mijn afzwemmen werd ik door mijn vriendinnetje gebeld. Het vriendinnetje waar ik samen mee op zwemles had gezeten en waar ik nog steeds contact mee had. De zwemleraar had een reünie georganiseerd, vertelde ze, en ze belde om te vragen of ik daar samen met haar naartoe wilde gaan.
“Ik ben niet uitgenodigd, denk ik”, had ik geantwoord. “Ik heb er niks over gehoord.” Volgens mij heb ik mijn ouders nog gevraagd of ze een uitnodiging tussen de post hadden gevonden. En mijn vriendin ging bij de zwemschool navragen of ze misschien per ongeluk vergeten waren mij op de gastenlijst te zetten. Het bleek anders te zitten.
“Hij was er van uit gegaan dat je al dood zou zijn”, zei mijn vriendin toen ze me terugbelde. “Daarom heeft hij je niet uitgenodigd.”
Ik denk dat ik een jaar of 14 moet zijn geweest. “Leeft zij nog?”, had mijn oude zwemleraar aan mijn vriendinnetje gevraagd. Alsof ik als wijlen zwemschool leerling met terugwerkende kracht om een uitnodiging kwam vragen.
Achteraf denk ik dat mijn zwemleraar goede bedoelingen moet hebben gehad. Blijkbaar heeft mijn CF toentertijd veel indruk op hem gemaakt en niemand wil de ouders van een jong overleden kind met een reünie-uitnodiging confronteren. Hij heeft gedaan wat hem het beste leek. En mijn vriendin was slechts brenger van slecht nieuws.
“Volgens mij had ik je dit niet moeten vertellen”, had ze aan het eind van ons gesprek nog gezegd. Ik herinner me hoe boos ik op haar was dat ze dat wel gedaan had. Tot dat moment was mijn onwetendheid een zegen geweest en zij nam dat plotsklaps en ongevraagd van mij af. Maar als ik er nu over nadenk, was ook zij pas 14 toen ze te horen kreeg dat haar beste vriendin blijkbaar te ziek was om nog te leven. Dus wat moet je anders, na zulk nieuws?
We zijn allebei niet naar de reünie gegaan. En ik ben blijven zwemmen, want daar ben ik ten slotte de beste in. Ergens hoop ik dat mijn zwemleraar daar ooit achter komt. Misschien dat hij mijn leven dan net zo hoopvol kan bezien als ik.
Steun mensen met taaislijmziekte
CF is nog altijd een ziekte die niet te genezen is. Om dit te veranderen, is nog veel onderzoek nodig. Wij zetten ons in voor een langer en beter leven met CF. Geef jij ook om taaislijmziekte?
Doneren »